Home Kennis Wijziging Besluit omgevingsrecht per 1 november a.s.

Wijziging Besluit omgevingsrecht per 1 november a.s.

15 oktober 2014

Op 1 november a.s. treedt het gewijzigde Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking. Het besluit is gericht op het wegnemen van een aantal knelpunten binnen het omgevingsrecht. Twee wijzigingen springen in het oog. Het betreft het verruimen van de mogelijkheden om vergunningvrij te bouwen in het achtererfgebied en de wijzigingen met betrekking tot het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan. 

Verruimen mogelijkheden vergunningvrij bouwen in het achtererfgebied

Vanaf de inwerkingtreding van het gewijzigde Bor gelden ruimere regels voor het bouwen op achtererven zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning nodig is. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk gemaakt om vergunningvrij een hoofdgebouw aan de achterzijde uit te bouwen over een diepte van 4 meter. Op dit moment is dat nog 2,5 meter. Ook de mogelijkheden om bijbehorende bouwwerken en niet aangebouwde bijgebouwen in het achtererfgebied vergunningvrij te vergroten worden met de wijziging van het Bor verruimd.

Om het dichtslibben van het achtererf te voorkomen zijn in het gewijzigde Bor maximale oppervlaktematen en berekeningsformules opgenomen.

Tijdelijk afwijken bestemmingsplan

Ook voor de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van het bestemmingsplan biedt het Bor een belangrijke wijziging. Op dit moment geldt hiervoor nog de uitgebreide procedure. Als gevolg van de wijziging van het Bor wordt het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan op de zogenaamde ‘kruimellijst’ geplaatst waardoor de reguliere procedure van toepassing is. Daarbij geldt overigens wel de voorwaarde dat sprake moet zijn van tijdelijk gebruik voor een periode van maximaal tien jaar. Indien sprake is van een tijdelijk afwijken van een bestemmingsplan voor een periode langer dan tien jaar, is geen sprake van een ‘kruimelgeval’ waarop de reguliere procedure uit de Wabo van toepassing is. Een dergelijke omgevingsvergunning moet worden voorbereid met de uitgebreide procedure.

De termijnstelling - en de daarmee verband houdende procedurebepalingen – is van belang in verband met het feit dat de termijn voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan wordt losgelaten. Op dit moment is deze termijn nog vijf jaar. Na inwerkingtreding van de wijziging geldt de termijn die is opgenomen in de vergunning. Het kan daarbij gaan om allerlei varianten in tijdsduur. Zo kan in de vergunning bijvoorbeeld een concrete termijn worden gesteld van twee dagen of vijf, dan wel tien of vijftien jaar en langer. Het is echter ook denkbaar dat in de vergunning een termijn wordt opgenomen die afhankelijk is van het zich voordoen van een bepaalde gebeurtenis. Daarbij geldt dat hoe langer een strijdige activiteit wordt toegestaan, hoe zwaarder de eisen zijn die gesteld worden aan de motivering van het besluit.

Met inwerkingtreding van het gewijzigde Bor vervalt ook de voorwaarde dat sprake moet zijn van een tijdelijke behoefte wil een tijdelijke vergunning afgegeven kunnen worden. Ook voor een activiteit die voorziet in een permanente behoefte, kan een tijdelijke omgevingsvergunning worden verleend. Waar het om gaat is dat het slechts feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd, omdat immers anders impliciet de activiteit voor onbepaalde tijd zou worden vergund.

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Social tags